OXO Gearticuleerd nr. 11 – 22 juni 2014 – Babylonische erflaters van de Westerse beschaving – eerste fragment
11.1 Hellenisme is evenzeer Babylonisme
In de geschiedenis van de Westerse beschaving worden Griekenland en Rome beschouwd als Europa’s belangrijkste culturele erflaters. Een beschouwing die geldt in het besef dat er in de Klassieke Oudheid tussen de bloeitijd van de Grieken en de opkomst van de Romeinen een periode van culturele ontwikkeling lag die het Hellenisme genoemd wordt. Een geschiedkundige aanduiding voor de samensmelting van de Griekse met de Perzische cultuur in de Antieke Oudheid.
Onze geschreven geschiedenis begint formeel en in enge zin met ‘Mesopotamië’, dat in het klassiek-Grieks ‘tussen de rivieren’ betekent en de antieke benaming is van het land tussen de rivieren Eufraat en Tigris, ‘het Tweestromenland’, in het huidige Syrië en Irak.
Babylon heeft Rome veroverd, Rome heeft het Westen veroverd, het Westen heeft de wereld veroverd. De Nieuwe Wereldorde is Babylonisch van aard en oorsprong en de machtselite kent een overwegend Babylonische signatuur. De machinerie van het wereldwijde Totaalinstituut is een Babylonisch arrangement en ‘bottom line’ is de wereldmacht gegrondvest in eeuwenoude Babylonische zwarte magie. Dat in Syrië en Irak thans tijdens ‘the End Game’ van de Nieuwe Wereldorde de grootste bloedoffers worden gebracht, mag geen toeval heten.
In bredere zin betreffen Syrië, Irak en het gebied eromheen samen de kraamkamer van de Westerse beschaving, die historisch de ‘Vruchtbare Halve Maan’ heet. Met daarin de oude Babylonische beschavingen van Soemerië, Akkadië, Assyrië, Kanaän en de Phoenicische stadstaten.
Onze Westerse beschavingsgeschiedenis pakt in het derde millennium voor Christus voor het eerst goed uit. Met het Eerste Akkadisch-Babylonische Rijk van Sargon de Grote, dat al grofweg de Vruchtbare Halve Maan besloeg.
Turend in de mistige contouren van de oudste Oudheid, betreft deze historische Sargon van Akkadië vermoedelijk de mythische koning Nimrod, die de Bijbelse Toren van Babel zou hebben gebouwd. Langs deze interpretatie is er voor de Illuminati nauwelijks een persoonlijkheid denkbaar die voor hen een grotere historische dan wel mythologische betekenis heeft gehad. Tolkien gaf in zijn grootse epos “In de Ban van de Ring” niet zomaar de naam Sauron aan de grote heerser der duisternis.
De Babylonische cultuur zette zich eeuwen later voort in de Assyrische, Nieuw-Babylonische, Egyptische en Perzische Rijken en in de Phoenicische Stadstaten en kolonies aan de Middellandse Zee.
Het Perzische Rijk uit de Klassieke Oudheid mag worden opgevat als het laatste Babylonische Rijk. Hoewel het werd bestuurd door Perzische koningen, omvatte dit rijk het gebied dat traditioneel de Babylonische bevolking, religie, elite en cultuur herbergde.
Ook Egypte werd onderdeel van het Perzische Rijk. Voordien was Egypte al enkele malen door Babyloniërs en Assyriërs veroverd en beheerst geweest en zo als militaire mogendheid verzwakt geraakt. Dit dient men te bedenken wanneer men stelt dat de Illuminati zich vooral van Egyptische Mysteriën bedienen. De oorspronkelijk Egyptische heiligdommen zijn waarschijnlijk reeds – indirect – onder Farao Echnaton door de Babyloniërs leeggeroofd. Men kan ervan op aan dat de overgebleven Egyptische mysteriën zware Babylonische invloeden hebben ondergaan, al in het tweede en voorts in het eerste millennium voor Christus.
Tijdens het Hellenisme en in de Romeinse beschaving werden tal van Egyptische en Klassieke godheden gelijkgesteld met Phoenicische of oudere Babylonische godheden. Zo zijn in de Babylonische traditie van de Illuminati de Heilige Maria, Venus, Aphrodite, Isis en Ishtar of Astarte culturele personificaties van dezelfde godin. Die in India overigens als Kali wordt voorgesteld, de godin van het IJzeren Tijdperk, van Kali Yuga. Van slavernij, vernietiging, bloedvergieten en dood. Ook het Vrijheidsbeeld in New York is een portrettering van dezelfde godin. Dat de door het Westen getrainde moslimextremisten in Irak verenigd zijn onder de naam ISIS kan in dit verband niet anders dan zeer veel betekenend zijn.
Toen Alexander de Grote van Macedonië zij aan zij met Griekenland het grote Perzisch-Egyptische Rijk veroverde, ontstonden na zijn vroegtijdige dood de Hellenistische Rijken. Perzië had onder Darius en Xerxes eerder twee serieuze pogingen ondernomen om Griekenland te veroveren. Het was de grote vis echter nooit gelukt de kleine vis te verschalken. Nu veroverden de Grieken onder leiding van Alexander de Macedoniër het onafzienbare Perzische Rijk.
De kleine vis was weliswaar in staat de grote vis te doden, maar niet om die te verorberen. Het Perzische Rijk werd na veel twist en strijd weldra verdeeld onder een aantal van Alexander’s Macedonische generaals die ‘Diadochen’ werden genoemd. Voornamelijk onder Antigonos, Seleucus en Ptolemaeus. Dezen zouden de drie belangrijkste Diadochenrijken stichtten, respectievelijk Macedonië met Athene, het Seleucidische Rijk met Antiochië en Egypte met Alexandrië. In deze Diadochenrijken zou het Hellenisme drie eeuwen bloeien, niettegenstaande het feit dat het westelijke deel van het oude Perzische Rijk langzaam door de Romeinen zou worden opgesnoept.
Theoretisch waren de macht en grootheid van Perzië in staat geweest de Griekse cultuur omver te werpen, deze te ‘verperzen’ of te ‘verbabyloniseren’. In de praktijk waren Griekenland en Macedonië op hun beurt samen te klein om geheel Perzië te ‘vergrieksen’. De veroveringen van Alexander waren daarvoor bovendien te veel een soloactie geweest en Alexander hield er zelf te veel van zich de Perzische cultuur eigen te maken. Daardoor ontstond er nadien zo gemakkelijk die mengcultuur van Grieks en Perzisch. Waarin geen van beide culturen de bovenliggende was. Juist die authentieke vermenging werd onder de Diadochen gepromoot en gecultiveerd.
Met hetzelfde historische recht mag het ‘Hellenisme’ daarom ‘Babylonisme’ genoemd worden. Het betreft een cultuurvorm die net zo Babylonisch was als ‘Helleens’ ofwel Grieks. Dat een dergelijke benaming de wetenschap een andere semantische interpretatie van de oorsprong van de Westerse beschaving aan de hand mag doen.
Heine Wind.
Plaats een reactie